In het voorjaar van 2021 werd ik benaderd door de Leeuwarder ontwerpster Louise Cohen met betrekking tot een bijzonder project voor het bedrijf Dokwurk in Dokkum. Dokwurk is een sociaal ontwikkelbedrijf, dat mensen in de regio Noardeast Fryslân met een afstand tot werk helpt om deel te kunnen nemen binnen de arbeidsmarkt.
Op basis van een schilderij dat ik gemaakt heb van Terschelling heeft Louise een drieluik ontworpen. Het monumentale kunstwerk bestaat uit een drietal meterslange panelen en is geplaatst aan de wand van de kantine van Dokwurk. Het resultaat mag er zijn! "Ik ben gefascineerd door monumentaliteit. Dat heeft mij als landschapsschilder altijd geboeid. De illusie dat de kijker het schilderij kan binnenstappen en in plaats van een fragment een gehéél laten zien. De ruimtelijkheid van alles in één beeld. Inmiddels weet ik dat dát mijn artistieke essentie is: er moet altijd een overzicht zijn. Louise Cohen is er in geslaagd om een nieuwe benadering van het schilderij dat ik gemaakt heb van het groene strand van Terschelling toe te passen. Haar ruimtelijk ontwerp voor de kantine van Dokwurk heeft alle kwaliteiten die ik zo graag in mijn werk tot uitdrukking wil laten komen op overweldigende manier weergegeven. Ze heeft daarmee die essentie van het schilderij - weidsheid en ruimtelijkheid- vertaald naar een indrukwekkend ontwerp. Dit project illustreert haar vermogen om de monumentaliteit en het gevoel van overzicht, naadloos te integreren in een driedimensionale ruimte. Het is een prachtig voorbeeld van hoe zij haar artistieke visie weet te realiseren en laat daarmee een blijvende indruk achter."
1 Comment
Hij had een grote bewondering voor oude meesters. En dan met name voor de Hollanders. De inspiratie die hij bij hen en in het bijzonder bij Jacob van Ruisdael vond is overduidelijk. Zozeer zelfs dat ook in Engeland zijn schilderijen 'Dutchlike' werden gevonden. Constable was overtuigd van het nut van het kopiëren van oude meesters om zijn eigen artistieke niveau naar een hoger plan te leiden. Naast schildertechniek, kleur en compositorische aspecten nam hij ook soms de maatvoering als leidraad. Het ging hem uiteindelijk om het begrip van het weergeven vande natuur die je het dichtst kon benaderen door studies te maken naar zijn grote voorbeelden Ruisdael, Rembrandt en Rubens.
Constable wordt beschouwd als éen van de belangrijkste Engelse schilders van de Romantiek. Volgens conservator van Teylers Terry van Druten, in een artikel in Trouw, komt dit "doordat zijn werk heel persoonlijk is. Het gaat om de plekken die hij kent, het is autobiografisch" . “De watermolen van zijn vader, het pad naar de kerk dat hij vaak liep, het veld waar hij zijn geliefde in het geheim ontmoette. Er zit een sterke lading in de schilderijen. Diepe emotie, de poëzie van de natuur. Het vangen van een gelukkige jeugd – we weten dit omdat hij met een goede vriend uitgebreid over zijn werk correspondeerde.” In de glooiende weilanden rond het dorp East Bergholt in het Engelse graafschap Suffolk, waar Constable zijn beroemdste werken maakte loop je zelfs vandaag de dag nog rechtstreeks het landschap in dat je kent van zijn schilderijen. Het gebied langs het riviertje de Stour wordt dan ook Constable Country genoemd.
In Engeland werd zijn werk aanvankelijk ondergewaardeerd maar in Frankrijk dachten ze daar gelukkig anders over. Zijn losse manier van schilderen inspireerde een grote aanhang van zoekende collega's op het continent. Schilders van de school van Barbizon en impressionisten als Monet hadden grote waardering voor zijn kunst. Hoewel ze bedoeld waren om puur als schetsen te dienen en niet als zelfstandige kunstwerken, zijn de pleinair vervaardigde olieverven en aquarellen de hoogtepunten in zijn oeuvre.
"Nature caught in the very act" Aflevering 7 en tevens de laatste van de serie 'reizende schilders' die ik samen met schrijver/publicist Bob Hardus heb gemaakt voor het Friesch dagblad.
Deze keer het verhaal van Wybrand de Geest, 'de Friese adelaar'. Lees hier het hele artikel : Friesch dagblad Wybrand de Geest Aflevering 6 van de serie 'Reizende schilders' die ik samen met schrijver/publicist Bob Hardus heb gemaakt voor het Friesch dagblad van 13 augustus. Deze keer het verhaal van Germ de Jong. Lees hier het hele artikel : Friesch dagblad Germ de Jong Aflevering 5 van de serie 'Reizende schilders' die ik samen met schrijver/publicist Bob Hardus heb gemaakt voor het Friesch dagblad van 6 augustus. Deze keer het relaas van de veelzijdige Theo Molkenboer. Lees hier het hele artikel : Friesch Dagblad Theo Molkenboer
Aflevering 4 van de serie 'reizende schilders' in het Friesch Dagblad van 30 juli. Dit keer het verhaal van de in Sneek geboren Siebe ten Cate. Lees hier het hele artikel Friesch Dagblad Siebe ten cate. Zoals de schilder is, zo is zijn werk. Ten Cate leidde een teruggetrokken leven en dat kan er de oorzaak van zijn dat er nooit boeken of uitgebreide artikelen over hem verschijnen. Toch heeft hij tijdens zijn leven over succes niet te klagen. Bekende Parijse musea als het Louvre en Carnavalet kopen werken van zijn hand. In galeries en op tentoonstellingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland werd zijn werk verkocht. De schilderijen van Siebe ten Cate zijn nog steeds geliefd. Zoals veel impressionisten had ook Ten Cate oog voor de technische ontwikkelingen in zijn tijd. Rokende schoorstenen, gaslantaarns, stoomschepen en -treinen zijn op veel werken van Ten Cate terug te vinden. Hoewel Ten Cate Nederland en Friesland regelmatig bezocht, zou hij er nooit meer terugkeren. In Frankrijk werd hij als impressionist geaccepteerd en gewaardeerd.
In Parijs, zijn favoriete werkgebied, ontstonden de meeste van zijn verstilde, vaak in regennevel gehulde, tegenbelichte schilderijen met een dromerige, melancholieke sfeer. Ten Cate was echter ook reislustig en maakte studiereizen naar Engeland, Zweden, Noorwegen, Zwitserland, Noord-Afrika en Noord-Amerika. Hij schilderde vooral stadsgezichten, met een voorkeur voor nautische taferelen in Frankrijk (de Seine oevers, Le Havre), maar ook aan de Theems bij Londen en aan de Maas bij Dordrecht en Rotterdam vond hij inspiratie. Vandaag in het Friesch Dagblad: Het verhaal van Sipke van der Schaar, de derde kunstenaar uit de serie artikelen 'Reizende schilders' waarin ik samen met publicist/schrijver Bob Hardus (vergeten) Friese schilders onder de aandacht breng. Lees hier het hele artikel Friesch Dagblad SipkevanderSchaar Van der Schaar maakte reizen naar Turkije, Algiers, Athene, Smyrna, Jeruzalem en Constantinopel. Hij was kenner van de Arabische taal. Gekleed in traditionele arabische kleding trok hij op kameel, meestal per karavaan, door de woestijn. Hij schilderde, aquarelleerde, etste en tekende. Van der Schaar werd bekend door zijn diorama's met bijbelse taferelen waarin al zijn oosterse indrukken samen kwamen.
Vandaag 16 juli in het Friesch dagblad: de tweede van de serie 'reizende Friese schilders'. Lees hier het hele artikel Friesch dagbladTjerkBottema Dit keer het verhaal van graficus, ontwerper, schilder en tekenaar Tjerk Bottema. Vooral bekend als illustrator van schoolplaten en zijn politieke spotprenten en karikaturen voor dagbladen en tijdschriften. Een Friese boerenzoon die koos voor een avontuurlijk leven als vrij kunstenaar in Parijs. Hij stond open voor de moderne stromingen in de schilderkunst uit die tijd en verdiepte zich in De Stijl. In 1940 werd hij vanwege zijn anti-fascistische opvattingen en uitingen door de Duitse bezetter gezocht en wilde naar Engeland vluchten. Zijn bedoeling was om via Portugal naar Mexico te reizen maar kon geen visum krijgen en besloot op 21 juni 1940 met het vrachtschip de s.s. Berenice van Bordeaux naar Engeland te gaan. Het schip werd diezelfde dag nog in de Golf van Biskaje getorpedeerd waarbij alle passagiers om het leven kwamen.
Tjerk was de oudere broer van reclametekenaar en illustrator Tjeerd Bottema (1884-1987). Ik heb in samenwerking met publicist Bob Hardus met veel plezier het project (vergeten) 'reizende Friese schilders' gerealiseerd. Op 9 juli is de eerste uit een serie van 7 artikelen geplaatst in het Friesch dagblad. Lees hier het hele artikel Friesch dagblad JohannesJurres
Jurres (Leeuwarden 1875-Amsterdam 1946), gefascineerd door bijbelse en historische scènes en taferelen uit de literatuur, schilderde in een romantische stijl. In een tijd dat de Haagse school populair was ging hij zijn eigen weg geïnspireerd door Rubens, Velasquez, Delacroix en Rembrandt. Het Friese landschap is een thema dat ik al een tijd in mijn oeuvre heb en gelukkig zijn er veel mensen die dat waarderen. Af en toe wordt ik verrast door de reacties van bewonderaars van mijn werk. Voor de meeste mensen is het beeld van alles wat het Friese landschap zo spectaculair maakt, de hoge lucht, de weidsheid en de open horizon, wat hen aanspreekt. Maar enkelen hebben een meer direkte band met het onderwerp en kunnen daarover boeiend vertellen. Kort geleden kreeg ik voor de eerste keer een onverwachte opmerking. Een terugkeer naar een meer verantwoorde en kleinschalige landbouw is een actueel onderwerp in de publieke discussie. De koper van het afgebeelde schilderij, die jarenlang zelf boer was geweest, vond het landschap een visionaire voorstelling. Wie weet.
Ik speel gitaar in een band met de welluidende naam Weekend at Waikiki. De band, opgericht in de jaren 80, is een bonte verzameling individualisten en een bundeling van talent. Naast de liefde voor muziek vinden we elkaar in het constante streven naar het best mogelijke resultaat. Geloof me, het is niet eenvoudig om met 7 man een ideale compositie te smeden. Maar de wil is er en dus ook de weg. Er zijn veel parallellen te vinden in het maken van een muziekstuk en schilderen. In het geval van ons muziekgezelschap is de ontwikkeling van de eerste probeersels aan de keukentafel tot de uitwerking naar een voltooid nummer in de studio iets wat vergelijkbaar is met de weg van schets naar schilderij. In dat proces is een belangrijke voorwaarde dat er naast de broodnodige structuur ruimte is voor de “spark”, het vonkje, instinct, "gutt feeling" of wat voor benaming je het ook maar wilt geven.
(inmiddels is het album op de site bijna uitverkocht maar ik heb er nog wel een paar dus indien er interesse is...) Om de schilder Hobbe Smith (1862-1942) en zijn prachtige werk opnieuw onder de aandacht te brengen is een boek verschenen met de titel "Hobbe Smith, chroniqueur van Amsterdam'. Een uitgave die met de opening van de expositie in Witmarsum (Hobbe Smith, thuisgebracht 15 september-7 oktober 2018) is gepresenteerd. Het is een informatief boek geworden waarvoor ik samen met medeauteur Bob Hardus verantwoordelijk ben. Bob is naast journalist en publicist ook hoofdredacteur van HaagseSchool.org en als samensteller verantwoordelijk voor de teksten. We hebben ieder afzonderlijk research gedaan. Bij ons onderzoek moesten we het vooral hebben van informatie uit online speurwerk, gegevens uit catalogi van tentoonstellingen en korte publicaties uit kranten en tijdschriften. Dit geheel tegen de verwachting in want Hobbe was erg populair in zijn tijd. Erg jammer is ook dat er geen verhalen zijn opgetekend in bijvoorbeeld brieven of dagboeken. De zoektocht naar nazaten liep vervolgens ook niet zoals gehoopt. Beide zoons van Hobbe en zijn Catharine overleden zonder nakomelingen. Zelfs het graf van de eens zo bekende Fries/Amsterdamse kunstschilder bleek in de jaren 70 geruimd.
Het boek is voor €17,50 te koop in de boekhandel en online te bestellen op onder meer:
Uitgeverij Bornmeer/Noordboek Bol.com Historiek.net Ako.nl Om de bezoekers van de Hobbe Smith/GJ Veenstra duo-expositie iets meer informatie te geven had ik een aantal 'moodboards' in de expositie geplaatst. Naast extra informatie over het oeuvre van Hobbe kreeg ik daarmee ook de ruimte om iets over mijn eigen werk te vertellen. Net als Hobbe beperk ik mij als schilder niet tot één onderwerp.
Een verzameling uit mijn ouevre tot nu. Op 14 september is in het kader van de Culturele Hoofdstad LF2018 een expositie van start gegaan in de doopsgezinde kerk van Witmarsum met het werk van Hobbe Smith. Een Fries die furore maakte in Amsterdam als een van de meest succesvolle schilders van de Haagse school. Ik was bekend met zijn naam. In het Sneeker Scheepvaartmuseum heeft lange tijd een werk van Smith gehangen. Een grote aquarel met de voorstelling van een gezicht op Amsterdam vanaf het IJ. Ik vond het een geweldig ding toen ik het voor het eerst zag. Dat moet zo rond 1985 zijn geweest. Ik heb me toen echter niet in de maker verdiept. Dat had ook lastig geweest want Hobbe Smith's naam is sinds zijn overlijden in de vergetelheid geraakt. Smith, geboren in 1862 in Witmarsum maar in 1875 verhuisd naar Amsterdam, werd zeer gewaardeerd vanwege zijn uitmuntende techniek en dit maakte van hem een veel geraadpleegd 'verslaglegger' van cultuurhistorische landschappen, in opdracht van zowel particulieren, ondernemingen als het Rijk. Smith is kunsthistorisch een sleutelfiguur gebleken. Zijn biografie en werk vormen een belangrijke schakel tussen de overgang van de Haagse School naar de Amsterdamse impressionisten en herbergen daarmee een beter begrip voor het proces van verstedelijking als gevolg van de industriële revolutie in Nederland. De expositie 'Hobbe Smith, thuisgebracht' is nog te bezoeken tot en met 7 oktober 2018.
De griene dyk (groene dijk) is een waterkering aangelegd in de 12e eeuw om de bevolking van de Friese zuidwesthoek te beschermen tegen overstromingen. In de zomermaanden een geliefd onderdeel van de wandel- en fietsroute rond het Sneekermeer. In de winter, één van mijn favoriete inspiratieplekken in Friesland. Vooral als het heeft gesneeuwd. Door de jaren heen heb ik dit fraaie stuk natuur diverse keren weergegeven in acryl, inkt en olieverf. Kan er geen genoeg van krijgen en op elke winterexpositie is de griene dyk dan ook een terugkerend thema in de collectie. Het gebied rond het Sneekermeer is een open waterrijk landschap omgeven door rietkragen, zoet-watermoerassen en uitgestrekte graslandpolders. Een waar vogelparadijs. Langs de weilanden van de griene dyk broeden weidevogels zoals Grutto's, Kieviten, Tureluurs en Leeuwerikken en in de rietzomen foerageren en nestelen veel riet- en moerasvogels.
Ik hoop van harte dat dit waardevolle gebied nog lang stand zal houden. Aangenomen mag worden dat de cultuurhistorische waarden worden erkend door de gemeente Súdwest-Fryslân en wetterskip Fryslân.
Tekenen. Ik doe het graag maar ik gooi uiteindelijk ook veel weg. Een goede tekening moet helder, spontaan en vanzelfsprekend zijn. En dat is nog niet zo eenvoudig. Net als bij mijn acryl-schilderijen hanteer ik bij het maken van tekeningen een vrije, losse stijl. Het nut van een voorstudie is groot. Niet alleen om technische redenen als ontwerp, perspectief en compositie maar vooral om grip op een onderwerp te krijgen en de essentie ervan te zoeken en te vinden. De tekenvaardigheid die ik heb opgedaan in mijn werk voor reclameburo's is me later als kunstschilder goed van pas gekomen. Ik heb als illustrator snel en doeltreffend leren werken. In die wereld geldt nu eenmaal 'time is money'. Zoals voor de meeste van mijn collega-schilders geldt is een schetsfase, de voorstudie, de eerste aanzet tot het maken van een schilderij. Tekenen is natuurlijk veel meer dan dat. Gelukkig groeit de aandacht voor tekenwerk. En schetsen en voorstudies worden inmiddels alom beschouwd als autonome kunstwerken. De compositieschetsen die ik maak in het veld zijn vlot en summier. Ook bij het maken van deze snelle notities zoek ik een spontane lijnvoering. Het streven is een zwartwit beeld over te houden dat fijn is om naar te kijken. Samen met de foto's die ik maak bieden ze me genoeg informatie om aan de slag te gaan met olieverf of acryl. Ik werk graag in zwartwit en beperk me niet in onderwerp en materiaal. Soms werk ik de eerste schetsen thuis nog wat verder uit in inkt. Tijdens exposities in onze galerie maken deze uitgewerkte zwartwit tekeningen deel uit van de collectie. Tegenwoordig is digitaal tekenen een niet meer weg te denken fenomeen. Voor mij reden genoeg om me daarin te verdiepen. Digitaal tekenen op een tekentablet biedt naast voordelen van de eindeloze mogelijkheden, intuïtieve gereedschappen en snelle digitale verwerking ook genoeg uitdaging op creatief gebied. Ik zal altijd in inkt en met potlood en papier blijven werken maar deze revolutionaire techniek is te bijzonder om te negeren. Na de digitale revolutie in de grafische sector is ook voor creatieven een tijd aangebroken die grote artistieke veranderingen zal brengen. Maar 'old school artwork' kan prima bestaan naast deze nieuwe kunstvorm. Sterker nog, het zal tot nog mooiere dingen leiden. Ik ben zeer benieuwd op welk pad het mij zal brengen.
Peredvizhniki, russisch realisme rond Repin Drents museum Assen 25 december 2016 -2 april 2017 Het Drents museum is er weer in geslaagd een fantastische expositie te herbergen. Blockbusterexpo's als die van Rembrandt en Alma Tadema worden eigenlijk te druk bezocht. Zelfs een tijdslot is niet afdoende voor een rustige bezichtiging. Deze expositie van eigenwijze Russen is dan ook een verademing. Hoewel er over het hoe en waarom van deze groep schilders genoeg is te vinden kan ik er niet omheen om er hieronder toch wat over te vertellen. Het beroemdste Russische schilderij uit de negentiende eeuw, de Wolgaslepers van Repin, is bij binnenkomst prominent in de tentoonstelling geplaatst. Het is een prachtig indringend schilderij met karaktervolle figuren, symbolisch voor het grote verschil tussen armoede en rijkdom en een eerbetoon aan de gewone hardwerkende rus.
Boeiend zijn ook de schilderijen waarvan de onderwerpen gebaseerd zijn op volksverhalen en sprookjes. Hoewel die al honderden jaren bestonden, werden ze pas in de negentiende eeuw een volwaardig thema in de schilderkunst. Die volksverhalen blijken door hun beeldende kracht een geweldige inspiratiebron voor de Peredvizhniki. Sagen en sprookjes werden als een middel gebruikt om de nieuwe idealen te benadrukken die zich toen ontwikkelden in de Russische 19de eeuwse maatschappij. De grote veranderingen die zich manifesteerden in het denken over kunst, cultuur, wetenschap en maatschappelijke processen, leidden tot een eigen stijl in de Russische schilderkunst met de poëzie van het Russische landschap als onderwerp. Kunst kreeg een emotionele lading. De smaak en onderscheiding van hoge en lage kunst viel echter onder een streng regime van de keizerlijke kunstacademie van st Petersburg. Als een deel van hun onderwijs brachten prominente studenten van de keizerlijke academie van beeldende kunsten vaak tijd in West-Europa door om in Renaissance-stijl Franse en Italiaanse landschappen te leren schilderen. De schoonheid en diversiteit van het eigen Russische landschap was een ondergewaardeerd thema. In 1863 komt een groep kunstenaars tegen de streng geleide regels van de academie in opstand. Zij wilden hun eigen onderwerpen kiezen, meestal sociaal-kritisch van aard. Bekendheid kregen ze door hun gezamenlijke expositie in Sint-Petersburg en Moskou. Daarna trok de expositie verder door de Russische provincies. Hierdoor kreeg de groep de bijnaam Peredvizjniki, 'De Zwervers'. Het ‘echte’ Russische leven was een centraal gegeven en sommige werken toonden de oneerlijkheid en achterstelling van het de lagere sociale klassen in Rusland. Uit de opdrachten die de Peredvizjniki aannamen blijkt echter dat stijl en thema's niet heilig waren. Velen van hen schilderden portretten van prominente en welgestelde personen. Uiteindelijk was er nauwelijks verschil met de schilderijen die op de Keizerlijke Academie gemaakt werden en werden de Peredvizjniki opgenomen in de raad van de Keizerlijke Academie. Interessant voor mij als schilder zijn het heldere kleurgebruik en de o zo geraffineerde realistische weergaven van mens en natuur.
Verbluffend technisch en met een bijna fotografische weergave is bijvoorbeeld het schilderij hierboven van Nikolay Kasaktin. Het dergelijke plaat zou zelfs als nieuwsfoto zeer recent ergens ter wereld gemaakt kunnen zijn. Het Isle of Wight voor de kust van Zuid-Engeland, staat bekend om de mooie natuur, de imposante kusten, de vele bezienswaardigheden en de authentieke dorpjes en stadjes. Dit eiland biedt alles wat een landschapschilder zich kan wensen. Zandstranden, kliffen, glooiend hoogland, kreken en baaien. Die fantastische natuur is geweldig inspirerend maar er is nog een reden voor mij om op Wight te komen. Jaarlijks wordt er het zeilevenement Cowesweek georganiseerd. Equivalent van onze Sneekweek. Iets groter met 40 races per dag, 8000 deelnemers op meer dan 1000 boten en meer dan 100.000 bezoekers. Evenals de Sneekweek wordt Cowesweek in het begin van augustus gehouden. Naast beelden die in het verlengde liggen van wat ik in eigen galerie van het Sneekermeer laat zien, schilder ik markante plekken op het eiland en weergaves vanaf het vasteland.
Lepe beach, het kiezelstrand nabij Lymington is een van de vele hotspots tijdens Cowesweek en biedt een spectaculair gezicht op Wight. Het is een van mijn favoriete plekken om materiaal te verzamelen. De zeer gevarieerde kustlijn van Wight is bijzonder fraai. In het westen ligt tussen de havensteden Yarmouth en (West) Cowes, naast kiezelstranden, het ongerept moerasachtige gebied van Newtown Creek. In het Noordelijk gedeelte tussen (East) Cowes en Bembridge kom je langs uitgestrekte zandstranden en intieme baaien. Oostelijk, nabij de populaire badplaatsen Sandown, Shanklin en Ventnor vind je opnieuw zandstanden en boulevards. Verder voorbij St Catherine's lighthouse wordt de kust ruiger. En voorbij Freshwater bay richting The Needles domineren de krijtrotsen. Het Engelse landschap heeft een bijzondere aantrekkingskracht op me. Dat komt ook deels door mijn fascinatie voor de Engelse kunstenaars Constable en Turner. Ben er dan ook, artistiek gezien, nog lang niet klaar mee. Door de relatie met Kendalls zal ik er regelmatig werk exposeren. Brexit of niet.
Op een gure vrijdag deze prachtige expositie bezocht. Ik hou erg van de kleinschaligheid van dit soort themaexposities. Als liefhebber van het genre was de expositie 'Echte winters' in het Teylers voor mij opnieuw een 'must see'. Het werk van Schelfhout steekt er wat mij betreft met kop en schouders boven uit. Ik sta altijd versteld van zijn fantastische kleurgebruik en zijn verfijnde techniek. Ook de conditie van zijn schilderijen is tot op de dag van vandaag van een opvallende frisheid. Naast Cornelis Springer (op dit moment te zien in het Enkhuizer Zuiderzeemuseum) en BC Koekoek behoorde Schelfhout tot de bekendste Nederlandse schilders van de negentiende eeuw. Superspecialisten die het verlangen naar een romantische historiserende blik vervulden. En daar ligt de basis van de kritiek op het werk van deze schilders. Met de komst van de Haagse school rond 1860 was het afgelopen met het idealiseren van de werkelijkheid en werd het tijd voor een nieuw hoofdstuk in de kunstgeschiedenis met nieuwe helden.
Mauve's schaapskudde, het stadsgezicht van Breitner of het bosgezicht van die andere winterkoning Louis Apol, het zijn allemaal zonder meer topstukken. Ik moest tijdens de voorbereiding op onze recent gehouden winterexpositie dan ook een paar jaar terug in de tijd voor beelden ter inspiratie. In februari 2015 was er welgeteld 1 dag dat Silvia en ik erop uit konden voor een fotosafari. Je kunt je voorstellen dat we dan met veel enthousiasme en koortsachtig in de weer zijn om 'de oogst' binnen te halen. Het levert gelukkig altijd wat op. Van 5 september 2015 tot en met 3 januari 2016 organiseren Museum de Fundatie in Zwolle en Rijksmuseum Twenthe in Enschede in samenwerking met Tate Britain de tentoonstelling ‘Gevaar & Schoonheid - Turner en de traditie van het sublieme’. William Turner 1775-1851, voorloper, wegbereider. Vooral beroemd door zijn sferische schilderijen. Feitelijk de eerste impressionist. In de loop der jaren heb ik veel van zijn schilderijen en tekeningen gezien. In Londen want zoals ik al in een eerder blogje had gemeld hangt er slechts eentje in Nederland, in de Fundatie te Zwolle. Het is interessant om het werk van een kunstenaar in relatie te zien met werken die hem hebben beïnvloed en hoezeer volgende generaties schilders op hun beurt weer zijn geïnspireerd door diens werk. In deze Turner-dubbel komt dat aan de orde maar als geïnteresseerd kijker wil ik meer. Het aanbod op deze exposities is mij helaas wat te mager. Ik gun beide musea hun bezoekers maar had de werken liever allemaal op één plek bij elkaar gezien. Het is bekend dat Turner, die meerdere keren in Nederland is geweest om studies te maken, een groot bewonderaar was van Hollandse meesters. En dat is zonder meer te zien in het vroege werk. "Het sublieme" is een term uit de filosofie. En eind 18e- begin 19e eeuw, het tijdperk van de romantiek in de schilderkunst, slaat het op de beleving van de overweldigende natuur. Er is veel verschil in de interpretatie, en dus de weergave van die beleving. De Hollandse Romantiek vertegenwoordigd door bijvoorbeeld BC Koekoek en Andreas Schelfhout kenmerkte zich door de schilderijen die een idyllisch nostalgisch verlangen weerspiegelden. De vroeg overleden Wijnand Nuyen wordt door kunsthistorici echter als de enige echte representant van de Romantiek in Holland gezien. Turner's schetsboeken, waarvan er enkele in Enschede in een vitrine liggen, zijn een lust voor het oog. Ze laten onderzoekende tekeningen zien en indrukken van zijn vele reizen door Engeland en Europa. Voor mij zijn schetsen en voorstudies altijd hoogtepuntjes in exposities omdat ze zo direct zijn en zo heerlijk de zo gewenste spontaniteit ademen. Het hoeft allemaal nog niet perfect te zijn en er is nog alle ruimte voor verandering. Ook de aquarellen zijn bijzonder. Het is me meer dan eens gebeurd dat ik de afbeelding kende maar zo enorm verrast werd door het formaat van de originele werkjes. Ze zijn soms echt heel klein (10cm bij 15cm bvb) terwijl de afgebeelde scènes vaak monumentaal zijn. Net als John Constable, die andere Engelse grootheid, blijft Turner mij mateloos boeien.
Ik zal dan ook geen gelegenheid voorbij laten gaan om het werk van deze geweldige schilders te bezichtigen. Ik zie uit naar de volgende heerlijke ontmoeting. |
Weblog
|