Viewpoint 6: Uitkijktoren De Punt, de Potten. Een prachtig uitzicht vanaf een hoog standpunt. Het einde van de Sneekweek is in zicht. Wat we al met enige vrees zagen aankomen: op de laatste wedstrijddag geen zuchtje wind. En dus geen wedstrijden. Wel prachtig weer vandaag +28 graden.
0 Comments
Viewpoint 5: Kolmeersland, Starteiland Sneekermeer. De plek van waaruit de KWS de zeilwedstrijden coördineert en er elk jaar opnieuw in slaagt een geweldig sportevenement te realiseren. Het eiland heeft Sneekweek-liefhebbers veel te bieden. De wedstrijden zijn hier het best te volgen. De boten starten deze keer de (200-ste!) niet bij de startboot maar bij de starttoren. 5 augustus, fantastisch weer, klein windje z3 25 graden en zonnig. Voor mij is het vandaag 'where business meets pleasure'. Viewpoint 4: Hearesyl. Eén van de mooiste lokaties om de wedstrijden vanaf de kant te beleven. Altijd veel strijd rond de boei. Indrukwekkend en kleurrijk schouwspel als er met de spinakers gezeild wordt. Tikje regenachtige dag vandaag. Wel een mooie wind wzw4. Helaas werd er laat gestart zodat ik dit keer niet alle klassen heb kunnen zien. Volgende keer beter. Viewpoint 3: Goingarypsterpoelen. Schelpenpaadje vanaf Goingarypster strandje volgen richting Terherne. Vanaf één van de steigertjes heb je prachtig zicht op de Klok. Boten komen hier vrij dicht langs de kant. Ideaal voor detailopnames. Vandaag wind wzw 4, en een heerlijk zonnetje, dus mazzel voor de schilder! Langs het hele schelpenpad heb je trouwens een geweldige blik op de wedstrijden. Vandaag gaat de 80e editie van de Sneekweek van start. Het jaarlijkse zeil-evenement op het Sneekermeer waar de verschillende eenheidsklassen strijden om het kampioenschap.
Het hoogtepunt van de zeilactiviteiten op het meer en voor mij de tijd om materiaal voor mijn toekomstige sneekermeer-schilderijen te oogsten. Een paar lokaties bieden een geweldig uitzicht op het schouwspel. Vanaf morgen, de eerste wedstrijddag, zal ik dagelijks een zwartwitschets en een viewpoint laten zien. Dat ik mijn tekentalent wilde gebruiken en voor een creatieve carrière zou kiezen werd al vrij snel duidelijk. Toch heeft het even geduurd voordat ik met hart en ziel voor het vak van kunstschilder zou kiezen. Mijn eerste baantje op een klein reclameburo was beslist niet verkeerd. Als werktekenaar kreeg ik naast het technische werk ook flink de ruimte om te illustreren. Die illustraties bestonden uit weergaven van de meest uiteenlopende zaken. Van meubels, keukens tot peperdure jachten. De eerste stappen op weg naar wat een veelbelovende loopbaan leek te worden waren gezet. Na een tiental jaren bij reclameburo's werkzaam te zijn geweest vond ik dat het tijd werd om het hart te volgen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en de ware aard verloochent zich immers nooit. Het was voor de hand liggend om als illustrator aan de slag te gaan. En dat heb ik naast enige jaren freelance reclamewerk dan ook gedaan. De opdrachten voor het maken van artist-impressions kwamen bijvoorbeeld van bouwbedrijven en architecten en collega-kunstenaars. Het Friese landschap is heel bijzonder. Het agrarisch karakter, lucht en water, rustige dorpen, pittoreske havensteden. Het zijn elementen die veel kunstenaars inspireren. Dat ze ook op mij indruk maken mag duidelijk zijn. --> De identiteit van een gebied herkennen en beleven is voor mij essentieel. Bij de locaties in het buitenland duurt het proces van het intensieve ervaren uiteraard wat langer. Het liefst zou ik een paar maanden op een plek willen blijven om me er zo goed mogelijk in te kunnen verdiepen, om er het juiste gevoel bij te krijgen. In het Engels zo mooi en kernachtig verwoord met 'sense of place'. Het is de troef van de landschapsschilder.
Nonchalance en durf, liefde voor het ambacht en een ongekende virtuositeit is wat we zien. Naast de portretten zijn er de uitgebeelde verhalen. De mise en scene, acteurs, kostuums het decor, alles in dienst van de bijbelse of mythologische verhalen, op eigenzinnige manier weergegeven. Volgens de Leidse kunsthistorica dr. Marion Boers dateert het idee dat een genie zich van zijn vakgenoten onderscheidt met eigenzinnig en tegendraads gedrag al uit de klassieke oudheid. Zijn latere ruwe manier van schilderen had volgens haar dan ook weinig te maken met non-conformisme en oorspronkelijkheid. Rembrandt maakte bewust de keuze voor die manier van werken om te kunnen wedijveren met beroemdheden van weleer, in het bijzonder de door hem bewonderde Titiaan. De ruwe schilderstijl die hij hanteerde moet in verband worden gebracht met een zelfbewuste manier van optreden die hem ertoe bracht om zijn schilderijen, net als Raphael, Michaelangelo en Titiaan, alleen met zijn voornaam te signeren. Ernst van de Wetering, alom erkend Rembrandt deskundige, zegt over die lossere schilderstijl dat Rembrandt lange tijd trachtte zijn figuren zo beweeglijk mogelijk weer te geven maar daarin hopeloos vastliep. Volgens hem bestond de ‘grote koerswijziging’ in het verschuiven van de beweging naar de schetsmatig aangebracht verf ‘die als het ware zélf beweegt’. Als schilder ben ik behept met een analytische blik. Zijn fenomenale schildertechniek en expressief materiaalgebruik zijn het die indruk op me maken. Niet het schouwspel, de weergave van het verhaal, compositie of het zo geroemde gebruik van clair/obscur, de veel geprezen licht/donker techniek waarin hij een navolgeling is geweest van Caravaggio. Frans Hals, tijdgenoot van Rembrandt, schilderde ook in die snelle, gewaagde techniek en wordt als de voorloper van de impressionisten beschouwd. Die losse stijl was niet zozeer niet gewenst, maar eerder onnavolgbaar. Alleen de meesters Hals en Rembrandt waren vakman genoeg en konden er mee uit de voeten. ' to break the rules you must first master them' en als dat voor iemand geldt...
Expositie Stadsarchief Amsterdam tot 1 febr. 2015 'Breitner in Amsterdam' Op de tentoonstelling is werk te zien uit de collecties van het Rijksmuseum en het Stadsarchief. Ook worden er bekende en onbekende schilderijen en aquarellen getoond uit onder meer het Teylers Museum, het Gemeentemuseum Den Haag, Museum Kröller-Müller en Museum Boijmans Van Beuningen, aangevuld met bijzondere bruiklenen uit particuliere verzamelingen. Boeiende en inspirerende expositie met veel aan schilderijen gerelateerde foto's en schetsen van Amsterdam. Ik laat overigens geen kans onbenut om, zoals zo fraai gemeld in de diverse persberichten van deze expositie, 'over Breitner's schouder mee te kijken naar het Amsterdam van zijn tijd'. Wat een geweldige sfeerbeelden zijn het! De expositie laat Breitner's belangstelling voor de veranderende wereld in de stedelijke omgeving zien. Een wereld treffend weergegeven in de voor hem zo kenmerkende 'naar het leven geschilderde' realistische stijl. Breitner hield van stemmige weersomstandigheden. Hij vond Amsterdam op die momenten op zijn mooist en ik begrijp dat heel goed. Zijn werk wordt meestal geassocieerd met grote, donkere schilderijen. Interessant zijn dan ook de zonnige schilderijtjes die hij gemaakt heeft van de stad. Er hangen er een paar in het stadsarchief. Niet als enige, maakte Breitner gebruik van fotografie als hulpmiddel bij het maken van zijn schilderijen. Dit in zijn tijd betrekkelijk nieuwe en revolutionaire medium heeft hem een geweldige impuls gegeven. Dit is duidelijk te zien in de levendige snapshot-achtige Amsterdamse straatbeelden. Het leidde tot een wisselwerking tussen zijn schilderkunst en zijn fotografie. Breitner was erop uit om het leven zo waarheidsgetrouw mogelijk te schilderen en een registratie van de observatie middels dit nieuwe middel voldeed prima naast de talloze schetsen die hij maakte. Zijn werk doet daarom nog steeds modern aan. Ondanks het feit dat de toenmalige kunstkritiek het gebruik van de camera veroordeelde zou dit apparaat hem blijven boeien. Fotografie is als kunstvorm wereldwijd erkend en de camera is voor een schilder een onmisbaar instrument geworden. Net zoals inmiddels voor vele kunstenaars digitale grafische technieken niet meer weg te denken zijn bij het maakproces. Op de expositie hangt ook dit tekstje. Het is nu begin februari en hier is eindelijk wat sneeuw gevallen. Als het land weer wit is wordt ik getroffen door een soort elfstedenkoorts. Reken maar dat ik er op uit ga. Rondje Friesland, dwalen door Amsterdam zijn bij winterweer vaste prik. Breitner's vrije schetsmatige schilderstijl is nog altijd erg populair. Veel van mijn 'losser' werkende collega's zijn dan ook schatplichtig aan hem. Voor hen, en trouwens ook voor mijzelf, is de man een geweldige inspiratiebron. Amsterdam ís en blijft de mooiste stad van Nederland en Meester Breitner blijft een toonaangevend schilder. (Het Stadsarchief Amsterdam bewaart een collectie van maar liefst 263 glasplaatnegatieven van Breitner. Deze collectie, die in 1997 de kern vormde van een expositie in het Archief, is nu via Internet te zien: Beeldbank Amsterdam en via de site van het RKD Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag) Ik was vroeger een kind dat genoeg had aan een paar potloden om zich te vermaken. Het tekenen werd gestimuleerd thuis. Iets waar mijn moeder verantwoordelijk voor was. Zijzelf had een reputatie als lokaal tekentalent en was daardoor de aangewezen persoon om decors voor de plaatselijke buurt- en toneelvereniging te maken. Ik heb daar als klein jochie vaak bij mogen zijn, vol bewondering. De kiem voor mijn latere artistieke carrière werd in die periode gelegd. Tekenen in je kindertijd is leuk maar naarmate je ouder wordt verdwijnt het plezier dat je eraan beleeft helaas, althans voor velen. Meer inzichtelijkheid in de waarneming leidt tot een kritischer blik. Op een bepaald moment is het niet meer die fijne speelse manier om vrij je fantasie en dromen te uiten en wordt vooral het tekenen naar de verbeelding lastiger. In mijn werk laat ik meestal een oriënterende schetsfase vooraf gaan aan het schilderen. Het is een heerlijk zoeken naar een voorlopige compositie, perspectief en standpunt, vlakverdeling en focus. Voor iedere kunstenaar zal het proces voor het maken van een voorstudie op een persoonlijke manier verlopen. Deze spontane fase in de totstandkoming van een kunstwerk is ook een prima manier om tot de essentie van een onderwerp te komen en is een eerste poging om de schoonheid ervan te vangen. Ik hou daarom ook erg van het kijken naar deze 'zoekerijen' van andere kunstenaars. Omdat de schetsen in principe niet als zelfstandig kunstwerkje hoeven te dienen is er tijdens het maken een gevoel van vrijheid. Een ongedwongenheid die nodig is om verder te komen. De techniek die zich volgens mij daarvoor het best leent, nou ja die mij in ieder geval het meest uitdaagt, is de inkttekening. Ondanks de eenvoud van het materiaal (penseel, inkt en een beetje water), ligt de mislukking constant op de loer. Als na talloze pogingen eindelijk een werk is ontstaan dat het predikaat gelukt mag dragen is er de voldoening. Anders dan bij het maken van een schilderij heb je het gevoel dat zoiets je overkomt. Dat is iets wat veel collega kunstenaars zullen herkennen. Al sinds mensenheugenis wordt er getekend. Vanaf de eerste prehistorische grottekeningen tot de fantastische kunstvorm waarin het zich ontwikkeld heeft zijn er mensen geweest die hun werkelijkheid, dromen en emoties hebben weerspiegeld in deze meest toegankelijke manier van creatieve uiting. Er zijn boekenkasten vol geschreven over de techniek en het werk van individuele kunstenaars en de digitale revolutie heeft er voor gezorgd dat er een nieuw soort ambachtelijkheid is ontstaan die naast de traditionele vormen gebruik maakt van het beeldscherm als medium, online of offline. Eén ding is zeker: Of ze nu gebruik maken van potlood en papier of toch liever de ipad, tekenkinderen zijn er altijd geweest en zullen er altijd blijven. De wisseling van de seizoenen is een dynamisch proces en als realistisch schilder ervaar ik dat proces en geniet ik ervan. De veranderingen in de natuur zorgen voor een continue weerslag in mijn werk. Ik heb me daar voor opengesteld, noodgedwongen weliswaar. Zonder de prikkels die de seizoenen met zich meebrengen kan ik domweg mijn beroep niet uitoefenen. De schilders van de Haagse school, de zogenaamde ‘schilders van het grijze licht’ zijn erg belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest. Niet in de laatste plaats omdat hun realisme en keuze van onderwerpen me altijd erg hebben aangesproken. Willem Maris bijvoorbeeld. Zijn fantastische impressionistische schilderijen lijken soms te vibreren. Sfeervolle weergaven van landschappen waarin het jaargetijde raak wordt getroffen en waarin water vaak een belangrijke rol speelt. Ook daarom voel ik me zo aangetrokken door werk van zijn hand. Stemming en temperatuur zijn bijna voelbaar. Vooral de subtiele manier waarop hij zonlicht weergeeft en de suggestie weet op te roepen van diffuus tegenlicht en een vochtige atmosfeer. Fraai van kleur en in een schilderstijl met een zichtbare vlotte penseelvoering. Er is in zijn werk nooit sprake van teveel informatie en zijn penseel moet tijdens het schilderen over het doek hebben bewogen als een ballerina. Ogenschijnlijk met groot gemak en trefzekerheid. Van hem is de uitspraak: 'ik schilder geen koeien maar licht'. 'Koeien aan een poel' Willem Maris 1863, Haags Gemeentemuseum De reputatie van Hollandse landschapsschilders en hun succes ligt voor een groot deel aan die verbeelding van de weergave van dat licht in de natuur. In de negentiende eeuw ontstond dan ook de mythe van het Hollandse licht. Daar is in 2003 een prachtige documentaire over verschenen. (Zie: www.hollandslicht.nl Als belangrijk ingrediënt dat het Hollandse licht zijn typische karakter geeft, wordt de grote hoeveelheid water in de Lage Landen genoemd. De reflecties van rivieren, meren en zee zorgen voor de helderheid daarvan.) Friesland als waterprovincie heeft me veel onderwerpen voor mijn schilderijen te bieden. Het Sneekermeer, een kleine anderhalve kilometer van Offingawier, heeft in de zomermaanden een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Met name door de vele watersportactiviteiten. Eén van de thema's voor mijn schilderijen. Maar nu de herfst is aangebroken komen andere beelden aan de orde. Het is een tijd van ware kleurexplosies. Onvoorstelbaar fraaie najaarsluchten boven stil sereen land. Bomen kleuren het groen in een palet van rood, bruin, geel en oker. De natuur maakt zich gereed voor de winter. En laat dat nou net het seizoen zijn waarin de prikkels voor mij het grootst zijn. Ik heb zin in een stevig pak sneeuw want ben en blijf een 'winterjongen'. Er zijn van die exposities waar ik simpelweg niet omheen kan, deze bijvoorbeeld: LUCHT! - in de Nederlandse kunst sinds 1850 - De Hallen Haarlem 21.06.2014 - 07.09.2014 Deze zomer is in De Hallen Haarlem een grote tentoonstelling te zien over de lucht in de Nederlandse kunst vanaf 1850. Zo’n 150 schilderijen, sculpturen, foto’s en films laten zien hoe inspirerend de lucht was en is als onderwerp voor kunstenaars. Hier moest ik dus heen. In een artikel over de tentoonstelling las ik een uitspraak van Jan Hendrik Weissenbruch: 'We moeten het van boven hebben'. En dat is waar. Want natuur is schaars (15%) in ons land. Wij hebben nu eenmaal een cultuurlandschap en daar moeten we het als schilders mee doen. Boven de horizon wordt het dan ook pas echt interessant. Een Australische kennis vertelde mij ooit eens op mijn vraag of hij niet heimwee had naar de natuur van zijn land, 'Ik zie de wildernis in de lucht in de avond- en ochtendlucht en voel me even thuis'. Op de fraaie expositie in Haarlem ontbraken er , begrijpelijk overigens, vele van mijn helden maar de collectie was boeiend en interessant genoeg om van te genieten. Jacob van Ruisdael, John Constable en de Haagse school schilders (Isaac Israels, de gebroeders Maris, Weisenbruch, Anton Mauve etc.) waren de mannen die mij op het pad naar het kunstenaarschap leidden. Het allereerste olieverfschilderij dat ik maakte was een kopie van Ruisdael's 'molen bij Wijk bij Duurstede'. Om luchten te leren schilderen, vond ik toen, kon je het best beginnen met het bestuderen van werken van beroemde meesters die lucht lieten domineren in hun schilderijen. Ruisdael werd het dus. Deerde mij niet dat 'de molen' één van de meest afgebeelde schilderijen was op artikelen als koekblik, kop + schotel en dienblad. Over die molen is op molensite.nl een tekst over de feitelijke geschiedenis te vinden. Het originele schilderij van Jacob is te vinden in het Rijksmuseum en is het meest gewaardeerde en gekopieerde schilderij in de collectie. De grote Van Ruisdael expositie in het Mauritshuis (1981) kwam voor mij op het juiste moment. De prachtige catalogus verhelderde veel over zijn werk maar in eerste instantie had ik uitsluitend interesse in zijn schildertechniek. De symbolische inhoud van Ruisdaels werk nam ik dan ook maar voor lief. Het ging mij om het ontrafelen van de geheimen van waar ik met verbazing naar keek: ...die verduivelde penseelvoering, de magistrale weergave van ruimtelijkheid en hoe zat dat met die geraffineerde composities. Vertegenwoordigers van de romantische school als Andreas Schelfhout, BC Koekkoek en met name John Constable, één van mijn Engelse helden, lieten zich ook inspireren door de stijl en de sfeer in de schilderijen van Van Ruisdael. Evenals leden van de Franse School van Barbizon en die van de Hollandse Haagse School. Ook zij volgden het spoor van de meester. Dat het werk van Van Ruisdael een sterke invloed had op kunstenaars uit latere eeuwen verbaast mij niet. Ik weet zeker dat ze dezelfde aantrekkingskracht beleefden als ik. De molen bij Wijk bij Duurstede Jacob van Ruisdael (1628-1682) Gevoelig voor de tijdgeest of niet, fantastische wolkenformaties zoals we die de laatste tijd hebben gezien laten het kunstenaarshart niet onberoerd. Ook niet het mijne. Die mooie luchten zijn altijd al een grote inspiratiebron geweest voor kunstenaars en Ruisdael is waarschijnlijk de bekendste vaderlandse luchtmeester. Jacob van Ruisdael, Skymaster forever. |
Weblog
|