|
Spektakel van lucht en water
Het Friese landschap van Gert-Jan Veenstra De weidsheid van Zuidwest-Friesland is een onuitputtelijke inspiratiebron voor kunstschilder Gert-Jan Veenstra. Het voelt er voor hem als thuiskomen, een gevoel dat hij wil overbrengen op het doek. De landschappen die Gert-Jan schildert zijn geen fotografische weergave. “Het is zoals ik het heb ervaren.” Tekst Mario Broekhuis Fotografie Theo Tangelder Gert-Jan Veenstra (68) noemt zich niet per se een Friese landschapschilder, omdat hij evengoed uitstapjes maakt naar Amsterdam of Schotland, maar: “Het accent ligt op Friesland, uiteraard, hier vind ik mijn inspiratie.” Aldus de geboren Fries, die werkt en exposeert in een voormalig koekfabriekje in Offingawier. Hij groeide op in Witmarsum, niet ver van de Afsluitdijk. “Het maakte enorme indruk dat mijn moeder me meenam op de fiets, niet in een kinderzitje, maar met de beentjes links en rechts in de fietstassen. Al fietsend maakte ze mij attent op wat er mooi was in het landschap. Toen had ik al het besef van die schoonheid. Mijn moeder was een hele stoere Friezin, creatief ook. Als de toneelvereniging een decor nodig had of iemand wilde een oorkonde, dan was zij de aangewezen persoon om dat te doen. Ze had een hele serieuze benadering om iets moois te maken en daarmee heeft ze ook mij warm gemaakt voor de kunst.” Ze had twee broers die schilderden, waarvan één, Sjoerd Dijkstra, een stevige reputatie had opgebouwd in zijn woonplaats Staphorst. Hij schilderde en verkocht stillevens, naast zijn vak als huisschilder. “Zijn atelier was de plek waar het gebeurde. Die tubetjes verf, een Staphorster interieur, het stilleven op het doek... Het fascineerde me mateloos.” Gert-Jan wilde striptekenaar worden, maakte illustraties en werkte in de reclamesector. Later nam hij de stap om als landschapschilder zijn brood te gaan verdienen. |
Oud landschap
Zuidwest-Friesland is zijn grootste inspiratiebron gebleven. “Hier zijn de prikkels het sterkst. De verbintenis tussen water en land is juist hier zo duidelijk, met Sneek als watersportstad. Het water dat als de aderen door het land stroomt. Er is altijd wel een zeiltje aan de horizon. Het Friese landschap is spectaculair als de elementen een beetje meewerken. Een spektakel van lucht en water. Het licht is meestal bepalend voor de magie in het landschap. Het kan een ogenblik zijn, een regenboog of de korte winters die het schilderachtig maken. Het is een heel oud landschap en met een beetje fantasie zie je die historie. Als je op de Waddendijk staat, kijk je richting Ameland een beetje terug in het verleden. Van een meanderende vaart kun je je voorstellen hoe deze in de Middeleeuwen uitliep in de Middelzee. Ik zoek de kronkelende sloten en kies er minder voor om de rechtlijnigheid weer te geven. Door de ruilverkavelingen zijn hele saaie, lelijke weilanden ontstaan, alleen voor de efficiëntie van het boerenbedrijf.” Dat dit rechte lijnenspel grafisch juist interessant kan zijn, laat Gert Jan aan zich voorbijgaan. “Ik begrijp het goed, rechtlijnigheid en moderniteit. Kunst heeft veel gezichten en dat maakt het leuk. Maar dat mag een ander doen. Het past niet bij mij.”
Windturbines
Het weidse landschap uit de tijd van de-beentjes-in-de-fietstas is veranderd. “Het staat onder druk, hè? Het landschap is er nog, maar ik moet heel erg mijn best doen om authentieke plekjes te vinden. Niet dat mijn werk een statement is voor het bedreigde landschap, het geeft eerder een gevoel van thuiskomen. Ik ben niet alleen bezig om een mooi doek te maken, ik vind het ook fijn om mensen die emotionele lading te laten voelen. Een gevoel van verlangen, van heimwee. Het gevoel van de horizon zit in het DNA van elke Fries. Vanuit mijn passie als landschapschilder wil ik de weidsheid en de stilte toonbaar maken, laten zien hoe bijzonder het Friese land is en wat het met je doet.”
Op de vraag of in dat landschap ruimte is voor grote ligboxstallen en moderne windturbines, geeft Gert-Jan een ontwijkend antwoord. “Dan komt de poëet in mij naar boven, zoals de romanschrijver die fictie en realiteit laat samenvloeien. Ik kies ervoor om het landschap te laten zien zoals het er is, maar laat de dissonanten weg. Wanneer ik windmolens schilder, krijg ik er ook steevast commentaar op, al is het de realiteit.”
Met de Friese horizon in zijn DNA is de schilder niet overal in Nederland op zijn gemak. “Buiten Friesland zoek ik het liefst de zee op, het strand en de eilanden. Ik kan niet zo veel met bijvoorbeeld het Drentse landschap, de beslotenheid van het coulisselandschap waar je blik ophoudt na vijftig of honderd meter. Met dat intieme kan ik niet zo uit de voeten. Dan is het gevoel er niet.”
Illusionist
Foto’s zijn voor hem het ‘digitale schetsboekje’: “Ontzettend handig, zeker als een stadsgezicht of een kerk realistisch moet zijn. Bij landschappen is dat anders. Dan hoor ik vaak ‘daar ben ik gisteren nog langs gevaren’ of ‘die lucht heb ik pas nog zo gezien’. Ik geef eerlijk toe dat het niet de realiteit is. Het is zoals ik het heb ervaren, het is geen fotografische registratie. Je bent tenslotte schilder en mag best je eigen interpretatie geven. Het is herkenbaar als Oudega of richting Grouw, maar niet fotografisch. Ik speel ermee, ben als schilder ook een beetje illusionist. Hier zie je veel stelpboerderijen en dan zorg ik dat je denkt dat het een dak met zwart geglazuurde pannen is, wat typisch is voor dit type boerderij. Of je denkt een zeiltje of een koe te zien, maar het is niet meer dan een beetje wit en een beetje zwart.”
In het begin van zijn carrière maakte hij winterlandschappen, omdat dit voor brood op de plank zorgde en goed in de markt lag. “En het kwam een beetje door mijn moeder als langebaanschaatser. Ze goot de winterstemming er met de paplepel in.” Al zijn de winters van weleer verdwenen, de aandrang om winterlandschappen te maken is gebleven: “Alles wat lelijk is wordt mooi als er een winterkleed overheen zit. Als er maar het geringste sneeuwbuitje komt ben ik op pad om het te ervaren en tegen elke verwachting in houd ik nog elk jaar een winterexpositie.” Echte winter of niet, de landschapschilder leeft met het seizoen.
Handtekening
Olieverf, acrylverf, pentekening, Gert-Jan staat open voor iedere techniek. “Voor werk op de computer sta ik ook open en er zijn fantastische tekenprogramma’s, maar het is geen medium dat de ambachtelijkheid weergeeft. Jouw handschrift en het materiaal moet je zien en voelen, dat is het unieke van een kunstwerk. Ik heb geen voorkeur voor één techniek. Zo probeer ik het voor mezelf zo uitdagend en leuk mogelijk te houden. De eerste aanzet van een schilderij is de schets in potlood, voor de vlakverdeling en om een mooie compositie te maken. Acryl is een uitdagender materiaal dan olieverf, want het droogt sneller en geeft een andere toets. Je moet in acryl spontaan en trefzeker werken. Ook in een inkttekening kun je geen fout maken. Wat ik ook doe, je ziet mijn handtekening erin. Met name in het weergeven van lucht en water. Het zit in je pols, in je lijf hoe je dingen neerzet. De fijnheid, de penseelzetting. Je moet er naartoe werken als kunstenaar om je eigen identiteit te krijgen, je groeit erin, het is een grote zoektocht en ik denk ook nog niet dat ik er ben. De verschillende technieken dwingen mij om er progressie in te krijgen. Het leren houdt nooit op.”
Zuidwest-Friesland is zijn grootste inspiratiebron gebleven. “Hier zijn de prikkels het sterkst. De verbintenis tussen water en land is juist hier zo duidelijk, met Sneek als watersportstad. Het water dat als de aderen door het land stroomt. Er is altijd wel een zeiltje aan de horizon. Het Friese landschap is spectaculair als de elementen een beetje meewerken. Een spektakel van lucht en water. Het licht is meestal bepalend voor de magie in het landschap. Het kan een ogenblik zijn, een regenboog of de korte winters die het schilderachtig maken. Het is een heel oud landschap en met een beetje fantasie zie je die historie. Als je op de Waddendijk staat, kijk je richting Ameland een beetje terug in het verleden. Van een meanderende vaart kun je je voorstellen hoe deze in de Middeleeuwen uitliep in de Middelzee. Ik zoek de kronkelende sloten en kies er minder voor om de rechtlijnigheid weer te geven. Door de ruilverkavelingen zijn hele saaie, lelijke weilanden ontstaan, alleen voor de efficiëntie van het boerenbedrijf.” Dat dit rechte lijnenspel grafisch juist interessant kan zijn, laat Gert Jan aan zich voorbijgaan. “Ik begrijp het goed, rechtlijnigheid en moderniteit. Kunst heeft veel gezichten en dat maakt het leuk. Maar dat mag een ander doen. Het past niet bij mij.”
Windturbines
Het weidse landschap uit de tijd van de-beentjes-in-de-fietstas is veranderd. “Het staat onder druk, hè? Het landschap is er nog, maar ik moet heel erg mijn best doen om authentieke plekjes te vinden. Niet dat mijn werk een statement is voor het bedreigde landschap, het geeft eerder een gevoel van thuiskomen. Ik ben niet alleen bezig om een mooi doek te maken, ik vind het ook fijn om mensen die emotionele lading te laten voelen. Een gevoel van verlangen, van heimwee. Het gevoel van de horizon zit in het DNA van elke Fries. Vanuit mijn passie als landschapschilder wil ik de weidsheid en de stilte toonbaar maken, laten zien hoe bijzonder het Friese land is en wat het met je doet.”
Op de vraag of in dat landschap ruimte is voor grote ligboxstallen en moderne windturbines, geeft Gert-Jan een ontwijkend antwoord. “Dan komt de poëet in mij naar boven, zoals de romanschrijver die fictie en realiteit laat samenvloeien. Ik kies ervoor om het landschap te laten zien zoals het er is, maar laat de dissonanten weg. Wanneer ik windmolens schilder, krijg ik er ook steevast commentaar op, al is het de realiteit.”
Met de Friese horizon in zijn DNA is de schilder niet overal in Nederland op zijn gemak. “Buiten Friesland zoek ik het liefst de zee op, het strand en de eilanden. Ik kan niet zo veel met bijvoorbeeld het Drentse landschap, de beslotenheid van het coulisselandschap waar je blik ophoudt na vijftig of honderd meter. Met dat intieme kan ik niet zo uit de voeten. Dan is het gevoel er niet.”
Illusionist
Foto’s zijn voor hem het ‘digitale schetsboekje’: “Ontzettend handig, zeker als een stadsgezicht of een kerk realistisch moet zijn. Bij landschappen is dat anders. Dan hoor ik vaak ‘daar ben ik gisteren nog langs gevaren’ of ‘die lucht heb ik pas nog zo gezien’. Ik geef eerlijk toe dat het niet de realiteit is. Het is zoals ik het heb ervaren, het is geen fotografische registratie. Je bent tenslotte schilder en mag best je eigen interpretatie geven. Het is herkenbaar als Oudega of richting Grouw, maar niet fotografisch. Ik speel ermee, ben als schilder ook een beetje illusionist. Hier zie je veel stelpboerderijen en dan zorg ik dat je denkt dat het een dak met zwart geglazuurde pannen is, wat typisch is voor dit type boerderij. Of je denkt een zeiltje of een koe te zien, maar het is niet meer dan een beetje wit en een beetje zwart.”
In het begin van zijn carrière maakte hij winterlandschappen, omdat dit voor brood op de plank zorgde en goed in de markt lag. “En het kwam een beetje door mijn moeder als langebaanschaatser. Ze goot de winterstemming er met de paplepel in.” Al zijn de winters van weleer verdwenen, de aandrang om winterlandschappen te maken is gebleven: “Alles wat lelijk is wordt mooi als er een winterkleed overheen zit. Als er maar het geringste sneeuwbuitje komt ben ik op pad om het te ervaren en tegen elke verwachting in houd ik nog elk jaar een winterexpositie.” Echte winter of niet, de landschapschilder leeft met het seizoen.
Handtekening
Olieverf, acrylverf, pentekening, Gert-Jan staat open voor iedere techniek. “Voor werk op de computer sta ik ook open en er zijn fantastische tekenprogramma’s, maar het is geen medium dat de ambachtelijkheid weergeeft. Jouw handschrift en het materiaal moet je zien en voelen, dat is het unieke van een kunstwerk. Ik heb geen voorkeur voor één techniek. Zo probeer ik het voor mezelf zo uitdagend en leuk mogelijk te houden. De eerste aanzet van een schilderij is de schets in potlood, voor de vlakverdeling en om een mooie compositie te maken. Acryl is een uitdagender materiaal dan olieverf, want het droogt sneller en geeft een andere toets. Je moet in acryl spontaan en trefzeker werken. Ook in een inkttekening kun je geen fout maken. Wat ik ook doe, je ziet mijn handtekening erin. Met name in het weergeven van lucht en water. Het zit in je pols, in je lijf hoe je dingen neerzet. De fijnheid, de penseelzetting. Je moet er naartoe werken als kunstenaar om je eigen identiteit te krijgen, je groeit erin, het is een grote zoektocht en ik denk ook nog niet dat ik er ben. De verschillende technieken dwingen mij om er progressie in te krijgen. Het leren houdt nooit op.”
|
Zomers werk van Gert-Jan Veenstra in galerie Offingawier
Van 5 juli tot en met 3 augustus toont kunstenaar Gert-Jan Veenstra zijn nieuwste werk in zijn eigen galerie in Offingawier. De tentoonstelling omvat een gevarieerde selectie schilderijen en inkttekeningen waarin zijn fascinatie voor landschappen, water en steden duidelijk naar voren komt.Veenstra’s stijl is herkenbaar door zijn sfeervolle weergave van Friese landschappen, maritieme scènes en stedelijke panorama’s. In deze expositie staat zomers licht centraal, met beelden van het Sneekermeer, het Waddengebied en kustlijnen uit Schotland, Engeland en Ierland. Opvallend is de prominente rol van Amsterdam. Ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de hoofdstad maakte Veenstra nieuwe werken die het karakter en dynamiek van de stad vangen. De galerie is op zaterdag en zondag geopend van 13.00 tot 17.00 uur. Meer informatie: galerie-offingawier.nl |
Online:
kunstkrant.com:
https://www.kunstkrant.nl/galerieen-galerie-offingawier/
https://www.kunstkrant.nl/galerieen-galerie-offingawier/
